Dag 3. Dinsdag 3 september 2019, Düren - Remagen - Koblenz - Boppard - Oberwesel.

3 september 2019 - Oberwesel, Duitsland

Dag 3. Dinsdag 3 september 2019 Düren - Remagen - Koblenz - Boppard - Oberwesel

169 km in 7 uur en 20 min, 23.2 km/uur gemiddeld, 685 hoogtemeters, zonnig, 23 graden, lichte wind van achter en opzij van rechts.

“der Rhein”

Vandaag een prachtige zonnige lange dag van 170 km met veel foto-momenten stops. We kwamen pas om 18.15 uur aan in Gutschänke Sennerhof in Oberwesel. Ons hotel ligt op een berg met uitzicht op de Schönberg Burcht. Deze burcht bewaakt de rivier de Rijn en volgens Paul hebben de kasteelheren hier vroeger veel geld verdiend met het vragen van tol.

Na het bieren wilden we nog wat eten, maar de keuken is vandaag helaas dicht. We moesten dus weer in de arrestantenbus naar het stadje Oberwesel, beneden in het Rijndal, voor een goede schnitzel in een Biergarten.

Vanmorgen fietsten we vanaf Remagen langs de Rijn, wel 90 kilometer langs deze prachtige rivier. Het is zonnig en daarom zijn de kleuren helder; de rivier is blauw/ lichtgroen en wordt gelardeerd door mooie witte stadjes en veel bruine roestige burchten op de heuvels. De trein, die langs de rivier en het fietspad loopt, maakt er een Märklin landschap van. Het is genieten, want je hebt contact met de langsvarende boten en de vele toeristen aan de wal. In mijn Zwitserse Kampioenstrui heb ik het gevoel dat ik vleugels heb. Helaas is het fietspad ontzettend hobbelig door slecht asfalt of beton met kuilen tot aan Boppard. Ik heb er pijnlijke polsen aan overgehouden en ook mijn zitvlak is nu behoorlijk beschadigd.

We hebben stilgestaan in de Deutsches Eck, dat is de driesprong van de Rijn met de Moezel in Koblenz. Pas in 1997 is het bronzen standbeeld van de 19e eeuwse keizer Willem de Eerste gerestaureerd, nadat het in de 2e Wereldoorlog vernietigd was. De Duitse Eenwording heeft het herstel versneld. Het is een megalomaan beeld en bij de sokkel hebben we een groepsfoto gemaakt.

Daarna zijn we op zoek gegaan naar het beeld van de Lorelei bij de stad Sankt Goarshousen. We hebben het beeld op de andere oever kunnen zien, want de Rijn is hier op zijn smalst, maar 114 meter. De Loreley is een hoge berg maar het beeldje is veel interessanter, de schippers kunnen het zien of horen in een scherpe bocht met veel stroming. Veel schepen zijn hier verloren gegaan, nadat de schippers deze beeldschone nimf zagen en door haar gezang en schoonheid schipbreuk leden.

Morgen draagt Cees Spruijt de kampioenstrui en het wordt weer een lange dag. Piet wil namelijk in Mainz zijn nicht ontmoeten, die met een Duitser getrouwd is. Dat wordt een omweg en ik verwacht morgen weer 150 km

Verhaal van Dirk.

De dag begon erg vroeg, want iemand had besloten om 8 uur te vertrekken. Achteraf bleek het iemand met een voortuitziende blik te zijn, want we waren uiteindelijk om 18:00 uur binnen. Kortom een lange dag onder aanvoering van Cleem, die zijn Mio maar eens in de navigatiestand had gezet. Hij nam zijn verantwoording serieus en reed minimaal de halve dag op kop. We zijn zelden zo weinig fout gereden en de foutjes, die er waren te bespeuren, kwamen echt op het conto van goed bedoelde ondersteuners.

Dat Cleem fris en fruitig aan het vertrek stond mag een wonder heten, want met zijn slapie had hij de hele nacht amper een oog dicht gedaan. In eerste instantie dacht ik dat de koelbox erg lawaaiig zou zijn, maar het was meer het verkeer dat 2 meter onder het raam de hele nacht voorbij kwam en mij uit de slaap hield . De teamgenoten lagen allemaal aan de achterkant van het gebouw en het vermoeden bestaat dat de kamer toebedeling niet helemaal toeval is geweest, waarvoor dank.

Dat onze oosterburen geen fietscultuur hebben, heeft een ieder vast weleens vernomen. Wij kunnen nu uit eigen ervaringen bevestigen dat deze echt niet bestaat. Fietsers samen met voetgangers over een stoepje laten voortbewegen met of zonder gelijkvloerse toegangen is echt geen succes. Fietsers over de zelfde weg laten rijden waar 70 km de maximale snelheid is, is tot daaraantoe ware het niet dat er nogal veel Duitse BMW rijders zijn voor wie deze maximum snelheid niet geldt en om samen met deze jongens en meisjes over max. 90 km wegen te scheuren is al helemaal geen pretje. Nu spreken we niet over donker Duitsland maar over b.v. de streek om Düren wat tussen Aken en Keulen ligt, vlakbij Limburg waar ze de kunst gemakkelijk hadden kunnen afkijken hoe snel en langzaam verkeer samen kunnen bestaan.

Later op de dag, als we langs de Rijn rijden en er toeristische plaatsen worden aangedaan, zijn deze plekken waar veel terrassen om bezoekers schreeuwen niet fatsoenlijk per fiets te bereiken. We zijn dan ook erg teleurgesteld hoe er met de fietspaden, voor zover aanwezig, wordt omgegaan. Dertig jaar geleden aangelegd in een moment van onoplettendheid en daarna niets meer aan gedaan. Tot zover deze bloemlezing. 

Na 50 km waarin we weer vriendelijke wegwerkers hadden geschoffeerd door over hun nog niet geheel klaar zijnde klus te zijn gereden, het verkeer hadden opgehouden en er toe waren overgegaan de fietspaden links en rechts te laten voor wat ze waren kwamen we in Lüftelberg aan waar Sjef een rustige buurt (plaatselijk kerkhof) had gevonden om de koffie te serveren.

De Rijn kwam nu echt dichtbij en hier verheugden we ons erg op om hier van de fietspaden te kunnen profiteren zonder autogeraas naast ons. Een uurtje na de koffie was het zover. Na een voor ons duizelingwekkende afdaling, scheurden we klokslag 12 uur en iets boven Remagen bijna de Rijn in. Na een verkeerde afslag bij het uitrijden kregen we advies, wat we natuurlijk in de wind sloegen, van een vriendelijk Duitse fietser. Het pad dat we niet konden vinden was een beroerd pad en dat duurde wel tot Bad Breisig. Nou dat zou wel meevallen, toch? Niet dus. Helemaal bont werd het toen we eindelijk het plaatsje in reden en er dringend verzocht werd om lopend verder te gaan, want anders konden de terrassen niet veilig bediend worden.

Nu weten we waarom Jan Ullrich zo snel gestopt is met fietsen, geen fatsoenlijke manier om te kunnen trainen en is dus maar op het terras gaan zitten, zodat hij iedere keer weer te dik werd. De paden werden er wisselend beter en slechter op maar Andernach werd toch bereikt en daarmee bijna de afgesproken lunch plaats bij de broeders in Weißenthurm. Sjef had eerst het forensisch instituut voor psychiatrie aangedaan, maar kon nog net ontsnappen door zich voor te doen als Napoleon en daar hadden ze er drie van. De plek was echter fantastisch en in het zonnetje gelegen met een voortkabbelend beekje en uitzicht over het veld.

Met het draaien van de Rijn kregen we te maken met tegenwind op een moment dat per ongeluk Paul voorop reed. Hij wilde zich niet laten kennen en liet de rest achter zich schuilen wat gemakkelijk ging met zijn 2 meter 15 (op zijn tenen). Eerst nadat de Rijn weer in gunstige richting draaide werd er overgenomen en kon Paul nog net aansluiting vinden in het laatste wiel. Ook Cees v. Z (zonder navigatie) deed een behoorlijke duit in het zakje, want hem werd de verantwoording van de route in handen gegeven tussen Remagen en Koblenz.

Een bezoek aan Koblenz staat voor een bezoek aan Deutsches Eck. Onze hoffotografen haalden hier en veelal ook elders hun hart op. Jammer wel dat ook hier de rood-witte hekken en werkzaamheden “het ultieme plaatje” in de weg stonden, dus dan maar 8 oudere heren in een fietstenue en fiets in de hand op de foto en dan 50 meter verder nog even dezelfde 8 heren voor een Fachwerkhaus. Nu tijdrovend maar later een aandenken om nooit te vergeten.

Na Koblenz werd er in gestrekte draf doorgereden naar Boppard, waar Sjef de heren had uitgenodigd voor een koele verfrissing maar wel van de route af op het hoogste punt van de omgeving. Het gekreun was niet van de lucht tijdens de klim, maar na het intermezzo van een kwartier, wachtte daar de beloning in de vorm van een prachtig geasfalteerde afdaling naar Bad Sansig.

De volgende stop was de Lorelei, het beeldje op een rotspartij in een 90° bocht in de Rijn. Hierover had zo maar een vraag kunnen komen voor het verkrijgen van de Spartacus trui kunnen zijn, jammer genoeg niet.

De finish was nabij en na een laatste klimmetje werd het hotel net buiten Oberwesel gevonden. Het restaurant en de bar waren gesloten, dus waren we genoodzaakt om weer ons illegale vervoer in te zetten om iets fatsoenlijks te eten te krijgen. Op voorspraak van de hotelier werd het Gästehaus Zur Lamm, waar de diverse schnitzels prima smaakten.

Cees S. werd de Spartacus trui toegekend en gegund. De vele inspanningen die Cees levert voor zijn vrienden hebben zich eindelijk terugbetaald. Hij hoeft de trui alleen nog zelf te wassen, dat dan weer wel.

Morgen krijgen we bezoek. Piet zijn nichtje en een collega van Dirk zullen in Mainz met ons de koffie genieten, alvorens we de weg naar Speyer vervolgen. Of het allemaal is gelukt leest U in het verslag van morgen.

Foto’s