Mijn opa: Jacob( Jaap) van Leeuwen, 20-12-1885 tot 29-06-1946

4 maart 2022 - Katwijk aan Zee, Nederland

Mijn opa Jacob van Leeuwen heb ik nooit gekend.

Jacob was de oudste van 3 kinderen, al op 2 jarige leeftijd overleed zijn vader Cornelis, mijn overgrootvader. Cornelis is overleden aan tyfus en werd in een loden kist begraven.

Jacob had een 1 jaar jongere zuster Bea en zijn jongste broer Cor moest nog geboren worden.

Mijn overgrootmoeder Hendrika van Ommering was 26 jaar, toen haar man overleed en ze is nooit hertrouwd. Ze wilde als weduwe niet beklaagd worden, want ze gaf haar 3 jonge kinderen witte kleding aan naar school, zwarte kleding was in de 19e eeuw gebruikelijk.

Zelf droeg ze na zijn dood wel altijd zwarte kleding. Ze moet streng geweest zijn, want van haar 11 kleinkinderen waren alleen Hennie (Hendrika) en Cor (Cornelis) welkom.

Met hulp van familie zette ze de boerderij op de witte Hoeve Zonneveld voort.

Jacob nam op jonge leeftijd als veehouder de ouderlijke boerderij over. Zijn moeder ging aan de Rijndijk wonen. Dagelijks bezocht hij netjes aangekleed zijn moeder Hendrika.

Lange tijd bleef hij vrijgezel maar in de kerk ontmoette hij een kleine pittige jonge vrouw met bruine ogen uit Bergschenhoek. Ze kregen samen 11 kinderen.

Met zo'n groot gezin was het thuis geen "vetpot", de kinderen mochten niet doorleren.

In de crisisjaren verkochten de kinderen kaas en eieren langs de deur.

Tijdens de oorlog waren er regelmatig Duitsers ingekwartierd bij de familie van Leeuwen, meestal vier, dit werd van beide kanten gewaardeerd. Zijn vrouw Kee moest voor eten zorgen, de Duitsers aten in de voorkamer, apart van de familie.

Jacob had jonge paarden, die de Duitsers graag wilden hebben. Hij had de paarden echter weggebracht, zodat de Duitsers ze niet konden vinden. Jacob is toen opgepakt en naar het politiebureau aan de Rijndijk gebracht en opgesloten. De hele familie in rep en roer, vader kon niet gemist worden in het grote gezin en op de boerderij. Ten einde raad zijn de paarden toch maar ingeleverd en werd hij vrijgelaten. Ook zijn er in de oorlog nog 7 evacué's (familie van schoonzoon Stoffel vd Hoek) uit Zeeland in huis geweest.

Bij tegenslagen hield hij dagenlang zijn mond, zijn vrouw Kee werd daar gek van.

Kort na de bevrijding is hij in 1946 met mijn moeder op bezoek gegaan in Frankrijk bij zijn oudste dochter Hennie en 2 zoons Cor en Joop. Kort na zijn thuiskomst brak hij zijn nek door een val van een hooiwagen achter in het weiland, ver bij de boerderij vandaan.

Op de hooiwagen is hij met een hoge dwarslaesie nog naar de Ursula Kliniek in Wassenaar vervoerd, waar hij 4 dagen later overleed.

Foto’s