Mijn moeder: Wilhelmina Cornelia (Mien) van Leeuwen, 07-09-1924 tot 08-12-1999

1 maart 2022 - Katwijk aan Zee, Nederland

Mijn moeder Mien is de 4e dochter uit een gezin van 11 kinderen in Hazerswoude Rijndijk.

Boven haar had je eerst 3 zusters Hennie, Ali, Bea en broer Cor en onder haar 2 zusters Corrie en Annie en dan nog 4 broers Joop, Jaap, Arie en Paul.

Mien was als kind niet vaak ziek, maar wel veel lichter gebouwd dan haar zusters en broers. Tot haar grote verdriet moest ze de oude kleding en schoenen afdragen van haar jongere zusters Corrie en Annie. Tijdens het eten moest ze vaak bij haar vader op schoot zitten om toch nog wat eten naar binnen te krijgen, de broodkorstjes verstopte ze onder de tafel op een plank.

Ze kon goed leren, maar er was bij hen thuis geen geld voor een hogere opleiding.

Na de Christelijke Lagere School aan de Rijndijk tegenover de boerderij van Vergunst ging ze na de basisschool op de fiets naar de Katholieke Vakschool aan het Galgewater in Leiden. Daar deed ze nog een extra opleiding voor coupeuse. Het verstellen van kapotte kleding en het maken van nieuwe kleding in het grote gezin, bij buren en familie werd daarna haar dagelijkse werk tot haar huwelijk in 1947.

Tijdens een bombardement op 14 mei 1940 moest ze dekking zoeken in een slootkant. Niet alleen in Rotterdam maar ook in Hazerswoude en Koudekerk vielen op die dag veel doden. Vier Duitse oorlogsvliegtuigen vielen namelijk in Hazerswoude en Koudekerk Nederlandse troepenbewegingen aan op de Rijndijk en de Gemeneweg. Ze heeft mij ooit verteld dat ze op die dag uit angst voor het eerst ongesteld geworden is.

Mijn vader heeft ze in 1939 leren kennen toen hij met haar 6 jaar oudere zus Hennie kwam vrijen op de witte boerderij Rijndijk 165. Bij die kennismaking met Hennie scheurde mijn vader met de koppelriem van zijn militaire uniform de bekleding het vrijers-bankje kapot. Oma Kee werd tot haar verbazing niet boos op mijn toekomstige vader Gerrit.

Hennie koos echter voor het avontuur, want ze ging Jaap Groen achterna. Jaap Groen uit Rotterdam kon namelijk boer worden op een grote boerderij Ferme du Glacier met 140 ha land in St Martin du Tertre bij Sens in Frankrijk.

Toen mijn vader later tijdens de 2e wereldoorlog als knecht ging werken op de boerderij van Dorp bij de Gemeneweg is de verkering met mijn moeder ontstaan.

Tijdens die oorlog is haar oudere broer Cor naar Frankrijk gevlucht om te ontsnappen aan de “Arbeitseinsatz”, de verplichting om in Duitse fabrieken te werken. Cor koos voor de boerderij bij zijn oudste zus Hennie en Jaap Groen in Frankrijk.

Vlak na de oorlog is Cor teruggekomen naar Nederland om te kijken, hoe zijn familie de oorlog doorgekomen is. Na korte tijd in Nederland is Cor met enkele vrienden weer teruggegaan naar Frankrijk. Hij nam toen zijn 15 jarige jongere broertje Joop mee.

Zonder paspoorten zijn ze de Nederland-Belgische grens goed overgekomen, maar bij de Franse grens ging het mis. Eerst werden de vrienden door de grensbewaking gepakt en toen Cor zijn vrienden ging zoeken is hij ook gepakt. Cor had zijn broer Joop tijdens zijn zoektocht bij de grens achtergelaten. Joop werd later gepakt en ook hij kwam in de gevangenis terecht, maar is al na enkele dagen vrijgelaten, omdat hij te jong was.

Joop werd in een weeshuis geplaatst en kreeg daar goed te eten en kon er goed slapen.

Toen Cor en zijn vrienden na enkele weken uitgehongerd vrijgelaten werden uit de gevangenis, konden zij met foto’s Joop terugvinden in het weeshuis.

Uiteindelijk zijn ze allemaal sterk vermagerd, maar in goede gezondheid op de boerderij in Sens aangekomen, alwaar een feest gegeven is op de goede afloop.

De 2e Wereld Oorlog op de boerderij in Hazerswoude was moeilijk en spannend. Duitse soldaten werden ingekwartierd en 4 paarden werden ingevorderd voor het Duitse leger.

In het voorjaar 1946 is mijn moeder, samen met haar vader, naar Frankrijk gegaan om haar zus Hennie, en 2 broers Cor en Joop te bezoeken. Mijn moeder Mien bezocht ook mijn vader Gerrit. Hij had namelijk plannen voor een emigratie naar Frankrijk en was gaan werken bij Co Quaak. De treinreis duurde in die tijd enkele dagen. Na een maand kwam Mien met haar vader terug in Nederland en ze ging op Franse les.

Kort daarna, in de zomer van 1946 is haar vader van een hooiwagen gevallen, waarbij hij zijn nek brak. Vanaf zijn nek verlamd is opa van Leeuwen enkele dagen later in de Ursula kliniek in Wassenaar overleden.

In het voorjaar van 1947 kwam Gerrit plotseling terug, want de boerderij op Gouwsluis kwam onverwacht vrij. Haar toekomstige zwagers Wim en Rijk trouwden in het voorjaar van 1947 met een boerin.

Mien trouwde op 7 mei 1947 uit liefde met Gerrit, maar niet met de boerderij. Ze moest namelijk gaan inwonen bij een schoonvader, die nog in een rouwfase leefde door het overlijden van zijn vrouw Wil in 1944 en het plotseling trouwen in 1947 van zijn stiefzoons Wim en Rijk.

Mijn moeder moest in Gouwsluis op de boerderij de huishouding gaan runnen, die veel anders georganiseerd was dan bij haar thuis. Door haar huwelijk kreeg ze er namelijk ook nog een brommende schoonvader bij.

Mijn moeder heeft in haar huwelijk een uitgebreide medische geschiedenis opgebouwd.

Tijdens de wittebroodsweken kreeg ze fijt (panaritium) aan een vinger bij het schoonmaken van de koeienstal. Mijn vaders neef Gerard Jongeneel, onze huisarts in Boskoop, heeft de ontsteking met een pijnlijke ingreep gedraineerd.

Tevens was een korte ziekenhuisopname nodig om een coïtus mogelijk te maken. Gelukkig is ze daarna toch 7 keer zwanger geworden. Helaas werden die zwangerschappen gecompliceerd door hoge bloeddrukken, waarvoor veel bedrust en een streng zoutarm dieet noodzakelijk was. De 1e en 3e zwangerschap beviel ze thuis van een doodgeboren kind door een navelomstrengeling. Gelukkig is bij de 2e zwangerschap Gert wel gezond geboren. Haar laatste 4 bevallingen vonden plaats in het Diaconessenhuis in Leiden met een geplande keizersnede.

Verder kan ik mij nog een beklemde liesbreuk herinneren met een spoedoperatie. In de jaren 50 moest ze vaak bedrust houden vanwege een rughernia klachten. Wekelijkse vitamine B injecties door de huisarts en massages door een strijker kregen haar weer op de been. Oma van Leeuwen kwam dan helpen in de huishouding, als mijn moeder ziek op bed lag.

Mijn moeder naaide alle kleding zelf, ze was tenslotte coupeuse. De meeste kinderkleding werd ook met borduursels versierd. Het meest trots was ik op een matrozenpakje.

Mien kreeg elke maand de Marion, een tijdschrift waarin alle patronen stonden. Aanvankelijk had ze een Singer naaimachine met een trapmechanisme, maar al vrij snel kreeg ze een groene elektrische Anker naaimachine, in de jaren 50 een professioneel apparaat.

Elk jaar waren bij ons thuis “buuravonden”. Onze boeren-buren nodigden elkaar dan ’s avonds uit voor kop koffie met een koekje en een alkoholisch drankje. De visite werd in de grote voorkamer ontvangen. Op bezoek kwamen Jan en Teuns de Jong, Jaap en Ria Stapper, Meindert en Margot Zijtveld, Cor en Nel Verduin, Bernard en Toos Kortmann. Na de koffie zaten de 6 dames op een rijtje te breien en lepelden onderwijl een glaasje advocaat met slagroom leeg. De mannen rookten sigaren en dronken brandewijn met suiker. Toos Kortmann vond ik de mooiste buurvrouw, want zij gebruikte rode lippenstift.

Mijn ouders zijn vlak na elkaar op 1 en 7 september jarig. In die periode kwamen alle ooms en tantes met neven en nichten op bezoek. Bij de koffie kregen we zelf gebakken stroopwafels uitgedeeld. Het bakken van de stroopwafels is een feest, want dan kon je snoepen van het deeg en likken aan de stroop.

Soms kwamen tussendoor ook nog dienstkameraden van mijn vader op bezoek. Ik herinner mij een avond dat Kees en Alie Buitenhuis uit Hazerswoude op de motor kwamen. In een dronken bui gingen ze ’s avonds pruimen plukken in de achtertuin.

De lamp van de motor moest zorgen voor de verlichting bij het klimmen in de boom achter het boenhok.

Annie Overes werd in 1955 op 14 jarige leeftijd onze vaste dienstbode van maandagmorgen tot zaterdagmiddag. Ze is bij ons blijven werken tot 1968, daarna werd ze winkelbediende in de feestartikelen zaak van Arie vd Panne in de PC Hooftstraat.

Mijn moeder was populair bij mannen, maar vooral meelhandelaar Co Beest was haar favoriet. In 1956 ging ze samen met hem en zijn 2 zoons in een Citroen een week op vakantie naar haar zus Hennie in Sens. Bij Breda haalden ze met de Citroen een topsnelheid van 150 km. Op de heenweg werd altijd de Kathedraal van Reims bezocht. In die vakantieweek werd ik 7 jaar en mijn verjaardag is tot mijn grote verdriet toen niet gevierd.

Haar leven is in 1960 erg veranderd na het verdrinken van haar zoons Dicky en Wilco. Ze wilde niet meer aan het water van de Oude Rijn wonen. Er werd in 1963 een nieuwe boerderij gebouwd in de polder aan de andere kant van de Kortsteekterweg in Alphen a/d Rijn. Haar man werd ouderling in de Gereformeerde Kerk en in 1970 nam zij dat ambt van hem over. Ik was erg trots op mijn moeder, want ze zat als enige vrouw voor in de kerk in een blauw mantelpak met een mooie hoed tussen de manlijke ouderlingen in een zwart pak.

Ze was nog maar 51 jaar en toen in 1976 haar man aan longkanker overleed.
Ik was al huisarts in Oss,  Jaap was elektricien in Hazerswoude en Paul woonde nog thuis.
De boerderij werd overgenomen door Jaap, want zijn vrouw Ria had daar wel zin in.
Jaap en Ria gingen met in een noodwoning op het erf van de boerderij wonen.
Haar zwager Piet van der Deijl kwam haar vaak troosten in die rouwperiode. In 1978 ging ze met Piet samenwonen in Beinsdorp bij Hillegom en nam haar 18 jarige jongste zoon Paul. Jaap en Ria gingen nu wonen op de boerderij "Wie kent zijn weg"
"Met Piet heb ik de gelukkigste jaren van mijn leven gehad" bekende ze mij ooit eens. Ze konden samen veel mooie reizen maken en waren financieel niet onbemiddeld meer.
Jaap verkocht in 1988 de boerderij en emigreerde met Ria en 4 kinderen naar Canada.
De boerderij in Palmerton Ontario  ging ook weer "Who knows his way" heten.
Samen met Piet gingen ze daar vaak op bezoek, of naar haar familie in Canada en de USA.
Jaap overleed veel te jong in 2001, op 48 jarige leeftijd, aan een bedrijfsongeval.
Dat ongeval heeft ze gelukkig niet meegemaakt, want ze stief zelf eind 1999 op 75 jarige leeftijd aan een herseninfarct, na een ziekbed van 1 week.

Foto’s