5 sportieve ongelukken in 1992, 2012, 2015 en 2020

9 april 2020 - Katwijk aan Zee, Nederland

Op woensdagmiddag 1 april 1992 ben ik na het middagspreekuur naar huis gegaan voor een rondje op de racefiets langs de Maas. Normaal fiets ik alleen op zondagmorgen, maar aanstaand weekend ga ik ons weekendhuisje, met hulp van vrienden, opbouwen in Katwijk aan Zee. Het is prachtig voorjaarsweer, dus zin in een midweekse ritje rond Oss.Op de terugweg fietste ik door de Reek en Schaik en daarna op de parallelweg langs de A50. Ik werd gepasseerd door een bromfiets en pikte aan. In de slipstream werd ik meegezogen tot hoge snelheden dat is het laatste, wat ik mij nog kan herinneren. Ter hoogte van de Amelsestraat werd ik liggend naast mijn fiets op straat wakker, de bromfiets was verdwenen. Ik was duizelig en had veel pijn in mijn linker schouder. Een passerende automobilist heeft mij naar de SEH van het Sint Anna Ziekenhuis in gebracht.De verwondingen vielen mee, maar ik had wel een barst in mijn schedel links en een AC distorsie van de linker schouder. Ik droeg geen fietshelm, want dat was in die tijd “not done”. Ik werd een week ter observatie opgenomen in het ziekenhuis.Wijnie, de kinderen, familie, vrienden, collega’s en patiënten waren erg ontdaan, gezien de grote belangstelling en tekenen van medeleven in de periode na het ongeval.Nadat ik het ziekenhuis mocht verlaten heb ik nog weken bedrust moeten houden vanwege de duizeligheid. Met mijn ogen dicht, kon ik niet op mijn benen blijven staan.Volgens mij heeft dit ongeluk mijn karakter veranderd. Voor het ongeval was ik erg serieus en had soms negatieve gedachten. De gedwongen ziekteperiode van 2 maanden heeft van mij een ander mens gemaakt. Je kunt blijkbaar doodgaan zonder het te beseffen. Ik had dit ongeluk helemaal niet zien aankomen. Door de positieve aandacht uit mijn omgeving ben ik kleine dingen veel meer gaan waarderen. Ik ben veel meer gaan relativeren. Bij een negatieve gebeurtenis probeer ik er nu iets positief uit te halen. Voor het ongeluk beheerste het werk mijn leven, maar sindsdien ben ik veel meer gaan genieten.

Dinsdag 10 januari 2012 is een dag, die ik beter kan gaan vergeten, maar dat zal gaan doen. Met de Rijnlandse Ski Vereniging ben ik een week gaan skiën in Tignes. Een bus vol met enthousiaste sportieve worden in de Franse Alpen los gelaten. We zijn na een nachtelijke busreis aangekomen en meteen skiën. Tot dinsdagmiddag ging het goed, totdat skileraar Lex mij wilde leren hoe je beter op de buckels kan draaien. Hij skiede voor mij en ik zat strak in zijn spoor. Hij viel en ik klap over hem heen en overstrek daarbij mijn rechter knie. Ik voelde meteen, dat is foute boel. Met een pistenbully werd ik naar het hotel gebracht. Mijn been was niet gebroken, maar de banden zijn gescheurd was mijn diagnose. Ik liet bij de apotheek een achterspalk halen en heb verder de hele week op krukken gelopen. Na telefonisch overleg met orthopeed Jeroen vd List en kon ik over 1 week bij hem in Veghel een artroscopie laten doen. Terwijl ik op bed lag met zelfmedelijden werd ik gebeld door Martin Maasland. Hij vertelde dat zojuist bij hem slokdarmkanker geconstateerd was. Door dat telefoontje van Martin waren mijn problemen maar heel erg relatief. Een week later werd mijn knie in Nederland van binnen netjes schoongemaakt, maar de kruisband kon niet gehecht worden. Ik kreeg de achterspalk weer mee naar huis en kon toch van 3 t/m 28 februari met Adriaan Smans gewoon in Ghana zonder problemen mee gaan opereren. In maart stapte ik weer op de racefiets en dat ging weer top. Voetballen werd afgeraden, maar skiën met een carbon CTi-brace moest wel weer gaan lukken.

In maart en april 2012 heb ik alweer 1500 km zonder problemen gefietst. Op zondag 29 april stond er een harde NW wind en met 6 man fietsten we binnendoor richting Zandvoort. Terwijl ik strak in het achterwiel van Bert Vliegenthart zat, zei Jan de Vreugd tegen mij dat hij mij gisteren op TV gezien had. Dat kon niet waar zijn, dus keek ik naar links en er was naar rechts een bocht. Ik viel hard op mijn rechter heup en die brak. In het LUMC in Leiden kreeg ik dezelfde dag nog een DHS operatie (een plaat met een schroef). Helaas zat de plaat niet goed, want na 6 weken was mijn rechter been 5 cm korter geworden. Zelf regelde ik weer een operatie in Brabant bij mijn vriend Jeroen vd List en hij plaatste bij mij op 3 juli een nieuwe heup. Zonder de interventie van Jeroen was het met mij nooit goed gekomen. Met mijn nieuwe rechter heup en zonder kruisband dacht ik in januari 2015 wel weer te kunnen gaan skiën. Een CTi Brace beschermt immers een knie tegen overstrekken.

Op 4 januari 2015 had ik het toch weer gewaagd om te gaan skiën, nu in Davos. Weer was ik meegegaan met de Rijnlandse Skivereniging. Op een blauwe piste schaarden mijn ski’s over elkaar in losse sneeuw. Door de lage snelheid en de CTi-brace gingen mijn bindingen niet los en ik brak nu mijn rechter onderbeen op verschillende plaatsen. De plaatselijke orthopeed heeft helaas zijn werk op die zondagmorgen niet goed gedaan, want op de operatietafel zag ik na de operatie meteen dat mijn rechter voet teveel naar buiten stond. Ik confronteerde de chirurg met de verkeerde stand van mijn onderbeen en hij antwoordde: “wees blij dat je voet naar buiten staat en niet naar binnen, want anders val je er steeds over” Ik ben nog steeds boos over het werk en de uitlating van die amateur, want ik loop nog steeds slecht na deze operatie.

Tijdens de eerste Corona lock-down fietste ik op donderdag 9 april 2020 door Koudekerk. Een 82-jarige man opende na een parkeeractie plotseling zijn linker voorportier en ik klap daar met mijn nieuwe Willier racefiets tegenaan. Ik sloeg over de kop en kwam voorbij de auto op mijn rug terecht. Door het Corona risico ben ik niet naar de SEH gegaan. De fietshelm had hersenletsel voorkomen, maar ik ben wel wekenlang erg pijnlijk geweest door een gebroken borstwervel. Gelukkig werd mijn dure racefiets door de verzekering vergoed.

Foto’s