Sporten is voor mij de manier om te ontspannen en gezond te blijven.

Mijn hele leven ben ik altijd graag in de buitenlucht. De wind door je haren en het inademen van frisse lucht geeft mij een opgelucht gevoel. Ik voel me dan vrij en kan mij dan heerlijk ontspannen.Volgens mij is dat altijd al zo geweest is. Als kind wilde ik altijd buiten spelen. Er was op de boerderij altijd wel wat te doen, dus spelen en werken werd dan gecombineerd. Zoals koeien halen uit de wei en dan hardlopend in 3 minuten hollend bij de brug over wetering komen. Lid worden van een sportvereniging zat er niet in, daar was geen tijd voor. De enige sport die ik toen beoefende was een binnensport, namelijk schaken in een tussenuur op de middelbare school en biljarten op een tafelbiljart bij de familie Verhagen. In mijn studententijd heb ik in Leiden de gele band gehaald met judo. Met Wijnie ging ik weleens mee naar haar tennisclub in Hazerswoude en van mijn studievriend Ad van Waverijn heb ik daar wat les gehad. In mijn eerste huwelijksjaren gingen we 's winters in het dorp volleyballen in de gymzaal van de school. In Oss werd ik lid van TOZ en 's zomers werd elke week wel een avond getennisd, zelfs bij onze architekt Marius de Bie op zijn privé tennisbaan in Heeswijk Dinther. Surfen op zee heb ik geleerd bij St Tropez met de Ten Cate plank, die ik met Woen van Andel in Almelo gekocht had. In Oss gingen we surfen op de Geffense Plas en ik ging ook vaak naar Maasbommel met Harry Smulders. Toen we op de camping in Katwijk stonden, ging de plank altijd mee naar het strand. Helaas heb ik het waterstarten op zee nooit goed onder de knie gekregen, dus werd het surfen voor mij op een gegeven moment minder aantrekkelijk. Het racefietsen is voor mij in de jaren 80 de meest fijne sport geworden. Ik had in die tijd vaak rugklachten en door het fietsen met mijn handen onder in de beugel, leerde ik mijn bekken te kantelen. Vanaf die tijd had ik nog wel een stijve rug, maar gelukkig geen pijn meer. In de winter fietste ik met de TIHOL groep door in de bossen op de mountainbike. De meest fantastische buitensport vind ik het skiën, want dan ben je de hele dag buiten en kan je heerlijk genieten van de uitzichten en de natuur. Als kind had ik piloot willen worden, maar die droom kon niet in vervulling gaan door mijn "luie oog" links. Inmiddels heb ik wel een aantal vlieglessen gehad en dat is ook een heerlijke ontspanning hoog in de lucht. Op mijn 50e verjaardag heb ik een ballonvlucht en een parachute sprong kado en dat was een fantastische ervaring. Als kind heb ik geen zwemdiploma's gehaald, dus zwemmen is niet mijn beste sport. Toch heb ik in de jaren 90 een duikbrevet gehaald bij de Osse Duiksportverening de Waterman. Het trainen in het zwembad was voor mij erg zwaar door het vele water dat ik telkens binnenkreeg. Na enkele jaren ben ik daar toch maar mee gestopt, want in de winter trainen in het koude buitenwater is niet zo mijn ding. Wandelen vind ik niet zo leuk, want het schiet niet op. Met Gijsbert Meijvogel heb ik enkele dagen met de Vierdaagse van Nijmegen meegelopen. Dat lopen gaat steeds slechter door beenblessures, door het sporten ontstaan. Uiteindelijk is alleen het fietsen overgebleven. Ik moet echter minstens 3 keer in de week blijven trainen, anders kan ik mijn fietsvrienden niet meer bijhouden. Dat fietsen geeft mij nog steeds de meeste ontspanning, want je bent lekker buiten en onderweg is er altijd veel te zien en te beleven. Bovendien kom ik door het fietsen knog steeds op plaatsen, waar ik anders nooit gekomen zou zijn.