Ons eerste huwelijksjaar in het "laagje" in Hazerswoude dorp

29 december 1972 - Hazerswoude-Dorp, Nederland

Wijnie was na ons huwelijk full-time blijven werken. Op de bromfiets naar school gaan, bleek voor haar in de winter een crime, want ze had door de kou vaak een blaasontsteking. Ze kocht daarom een groene eend, een oude auto die veel olie bleek te gebruiken.

Mijn nieuwere eend parkeerde ik altijd in een open schuurtje achterin onze tuin. Tijdens een zuidwesterstorm in november 1972 stond de wind uit de polder rechtstreeks in mijn schuurtje te blazen. De wind tilde in die nacht de wanden en het dak van de schuur volledig de lucht in en mijn auto stond de volgende morgen alleen buiten, gelukkig zonder schade. Door dit voorval heb ik een garage gebouwd met een ingang naar het noorden. Er was hout en stenen genoeg uit een oude koeienstal, die toevallig afgebroken moest worden. Deze klus was het eerste bouwproject in mijn leven.

Het volgende klus was stromend water krijgen in een droge vijver voor ons huis. Ik heb toen illegaal een grijze PVC pijp 50 meter en een ½ meter diep gegraven door de polderdijk van de boezemsloot langs de Voorweg naar ons “huisje in het laagje”.

Mijn jeugddroom was ooit een huis met een moestuin, zoals mijn opa Cramer had. Opa kon goed tuinieren en timmeren en hij was mijn voorbeeld. Naast ons huisje lag nog een stuk grond, waar zwager Cor Oudijk buxus bomen geplant had. Deze bomen werden verkocht en zo er kwam land vrij. Een flink stuk kleigrond heb ik omgespit. Bij Antje Hoek in het dorp kocht ik palen en gaas om onze groententuin te omheinen. Dat klussen bleek niet zonder gevaar, want tijdens het werk stapte op een hark. Pardoes kwam de steel omhoog en sloeg in mijn gezicht, een bloedneus was het gevolg. In het voorjaar van 1973 plantte ik bloemkool, sla, wortelen, spinazie en ook rode bieten. Helaas heb ik nooit kunnen oogsten. De bloemkool werd opgegeten door slakken, de wortelen en bietjes vonden de wormen erg lekker, de spinazie was niet van onkruid te onderscheiden en last but not least hebben schapen over het gaas heen alle sla verorberd. Die schapen, dat was voor mij de laatste druppel, nooit wil ik meer een groententuin.

Wijnie kon lekker koken: favoriet waren haar kippenlevertjes met boemboe kruiden en op zondag kluifden we heerlijk een kippetje, die gegaard was op onze elektrisch grill. 

Wijnie was lid van een tennisclub in de Rhinenburg. Ik had nog nooit getennisd, maar ging toch wel eens mee, omdat het een “sleutelclub” zou zijn. Gelukkig heb ik daar nooit iets van gemerkt.

Wil Oudijk, een zus van Cor, was een gezellige uitgaansvriendin van Wijnie. Ik vond Wil wel interessant, want ze had altijd buitenlandse vriendjes. Haar laatste vaste vriend was Tarek, een Tunesische tandheelkunde-student, die ze in Bordeaux had leren kennen. Met Tarek had ik altijd interessante medische gesprekken en hij is zelfs tijdens mijn assistentschap-anatomie een dag mee gegaan naar de Universiteit Leiden. Ook zijn we voor ons huwelijk met hen een dag naar de Keukenhof gegaan en Tarek heeft zelfs dag in een blauwe overal meegewerkt op de boerderij in Gouwsluis. Tarek en Wil woonden inmiddels samen in het Quartier Latin, een studentenwijk in Parijs, waar hij zijn studie afrondde en Wil had daar ook werk gevonden. We hebben half oktober 1972 bij hen een weekend gelogeerd in hun kleine appartementje. Mijn moeder wilde graag met ons mee, om de 54e verjaardag van haar oudste zus Henny in Frankrijk te vieren. We hebben haar op vrijdagmorgen vroeg opgehaald en reden in onze eend in een recordtijd naar Parijs. Moeder Mien kon zelfs op Gare de Lyon de trein van 14 uur halen om door reizen naar Sens. Wij waren die vrijdagmiddag uitgenodigd bij Tarek en Wil voor de lunch. Ze hadden couscous met kip klaargemaakt, een typisch gerecht uit Noord Afrika. Daarna zijn we met z’n vieren de stad gaan verkennen en hebben genoten van een theater voorstelling in Moulin Rouge. Ik keek die avond mijn ogen uit naar al die mooie dames met hun lange benen en blote borsten op het toneel. De volgende dag hebben we in mijn eend wel 200 km door de stad gereden om alle mooie monumenten kort te bezichtigen. We hebben wel uitgebreid het grote kasteel van Versailles bewonderd. In dat chateau woonde Lodewijk XIV in de 18e-eeuw en hield daar grote feesten. Op zondagmiddag zijn we doorgereden naar de boerderij Ferme du Glacier in Sens om de verjaardag van tante Henny te vieren. We konden daar ook onze Franse neven weer eens ontmoeten en de boerderij van oom Jaap nog eens te bekijken.

’s Winters werd in Hazerswoude-dorp op woensdagavond gevolleybald en daar deden we ook aan mee. Zo leerde ik de plaatselijke bevolking beter kennen. Een zoon van buurman Pannenbakker was cipier in de gevangenis in Scheveningen. Hij verzorgde elke week voor de gevangenen een ontspanningsavond. Enkele malen ben ik met hem meegegaan om te schaken met lang gestraften. Zo heb ik het schaakbord kunnen delen met de landelijk bekende Dr. O. uit Berkel Rodenrijs. Deze huisarts kreeg een levenslange gevangenisstraf wegens een gifmoord met cyaankali op zijn vrouw. Tijdens zijn internering werd hij later nog een keer beschuldigd van een 2e  cyaankali-gifmoord op een medegevangene. Kort na mijn schaakavontuur werd op een zomeravond een zangkoor in de Scheveningse gevangenis gegijzeld. Na die gijzeling was het uit met de pret voor de gevangenen.

Ons ½ jarig huwelijk hebben Wijnie en ik gevierd met een schouwburg voorstelling van Paul van Vliet in Diligentia in den Haag. Het was prachtige avond en nacht, want 9 maanden later is Monique geboren.

Foto’s