Huwelijksreis van Wijnie en Gert (juli 1972)

30 juni 1972 - Alphen aan den Rijn, Nederland

Onze huwelijksreis ging naar Duitsland, Oostenrijk, Joegoslavië, Italië, Zwitserland en België met de witte Citroen 2CV4.  

Via de Romantische Strasse reden we naar München voor een overnachting in een hotel. De volgende morgen hebben we daar het Olympisch Stadion en het dorp bezocht. Twee maanden later zou de opening van de Spelen plaatsvinden, maar alles was nu al te bezichtigen. We wisten toen natuurlijk nog niet, dat tijdens die Spelen een gijzelingsdrama zou plaatsvinden, waarbij alle 9 Israëlische gijzelaars, 1 politieman en 5 Palestijnen gedood werden. Die gijzeling hield de hele wereld in zijn greep en door onze bezichtiging, 2 maanden daarvoor, hadden zo een goed beeld van de omstandigheden daar.

De 2e overnachting was in Oostenrijk in ons nieuwe kleine blauwe tentje. We hadden geen luchtbedden bij ons, maar het dunne matras uit ons bed meegenomen. Daarna stonden we een week in Rijeka aan de Adriatische Zee, tegenover het eiland Krk. Onze tent plaatste ik vlakbij de zee, waar de kust erg rotsachtig bleek te zijn, heel anders dan het zand in Katwijk. Ons matras bleek op die stenen aan de dunne kant, want we werden ’s morgens erg stijf wakker. Verder hadden we ook geen neopreen waterschoenen bij ons, hetgeen wel nodig was met de vele zee-egels op de rotsige zeebodem. Gelukkig genoten we heerlijk van elkaar. Na een week hadden we het daar wel gezien en reden in stromende regen over de Po-vlakte naar het Lago Maggiore in Italië. We maakten onderweg nog een stop bij Venetië en Milaan.

Een camping in Verbania kende ik van de familie Vesseur uit Voorschoten, zij gingen daar elk jaar naar toe en hadden veel camping ervaring. Voor mij was alles de eerste keer, want ik was nog nooit zelf met een auto naar het buitenland geweest. Van oom Cees en tante Bep kende ik hun verhalen over de bergen in Italië en zij hadden ons uitgenodigd voor een tocht met een gondel naar de Monta Rosa. Voor mij was dat de eerste kennismaking met hoge bergen en eeuwige sneeuw. Een koude les, want in het dal was het 30 graden maar op 3000 meter hoogte was ik veel te zomers gekleed voor de vrieskou. Helaas konden we door de ijzige wind niet lang boven blijven. 

Op de terugreis naar Nederland maakten we nog een stop in Brussel met een overnachting bij neef Jaap van Pijlen en zijn vrouw Coby. We kochten daar nog een mooie schemerlamp met een kap, gemaakt van een varkensblaas. We hebben daar jarenlang veel van plezier gehad.

Na ruim 2 weken waren we alweer thuis, want we wilden nog een week genieten van ons eigen huisje.

Een week later begonnen al mijn interne co-schappen in Ziekenhuis Leyenburg den Den Haag.

Foto’s