Mijn lagere school periode op de Oranjeschool (1955 - 1961)

9 juni 1961 - Alphen aan den Rijn, Nederland

Op 6 jarige leeftijd moest ik naar de 1e klas van Christelijke Oranjeschool in de Zaalbergstraat, vlakbij het station in Alphen a/d Rijn. Dat betekende 4 keer per dag 2.5 kilometer lopen van huis en naar school, want in de schoolpauze van 12 tot 14 uur werd er bij ons thuis altijd warm gegeten. Meestal liep ik met mijn 3 jaar oudere buurjongen Simon de Jong naar school. Eerst samen over de hoge nieuwe brug van de Oude Rijn en daarna over de hefbrug van de Gouwe. Tegenover fietsenmaker Poedel van Dam woonden grote jongens, die mij onderweg weleens bedreigden met gespijkerde stokken. Simon beschermde mij tegen die kwaadwillende jongens en dat vond ik fijn. Pas in de 2e klas kreeg in een autoped en in de 3e klas een fiets om mee naar school te gaan.

De Oranjeschool had 6 klassen met meestal meer dan 40 kinderen in één groep. Je ging in die tijd 6 dagen in de week naar school van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uur. Woensdagmiddag en zaterdagmiddag waren we vrij.

Als de schoolbel om 8.55 uur ging moesten we allemaal buiten in rijen van 10 kinderen gaan staan. Er stonden dan wel minstens 20 rijen kinderen naast elkaar op het schoolplein en in volgorde liepen we dan de klas in.

Mijn eerste vervelende ervaring in de 1e klas was de vraag van schooljuffrouw Ponsioen: “wie heeft er thuis een tandenborstel?” Ik was de enige leerling in de klas, die “nee” moest antwoorden op deze vraag.

Klas 1 en 2 had een juffrouw, klas 3 t/m 6 een meester. De juffrouw van de 1e klas was niet fijn, maar juffrouw Verduin uit klas 2 was lief. Bij meneer Kraay in klas 3 kon je erg veel lachen. Meester van Muyen in klas 4 was erg sportief. Meester Nachtegaal van klas 5 werd “napie” genoemd. Meester Keyzer is klas 6 was heel erg streng. Zijn eigen dochter Janneke kreeg zelfs een keer voor in de klas een pak slaag met een lineaal op haar billen, de hele klas was er getuige van. Ze werd daarna huilend alleen naar hun huis in het Hazeveld gestuurd, Enkele jaren later is meester Keyzer door zijn eigen zoon Siebe vermoord.

Op het schoolplein werd in de pauze en na schooltijd leuk gespeeld. Het meest populair was “overlopie” waarbij je moest proberen, zonder getikt te worden, over te steken naar de overkant van het plein. Ook werd er op de stoeptegels geknikkerd met aarden knikkers, waarbij je dan mooiere glazen knikkers kon winnen. In het fietsenhok speelden we met de jongens in de hogere klassen op de kleigrond met messen “landje pik”.

In klas 6 zat ik naast Leen Amersfoort, die ook op de Kortsteekterweg woonde. In onze klas zat ook Arja Hogeweg. Ze zijn later met elkaar getrouwd en naar Nieuw Zeeland geëmigreerd. Wijnie en ik hebben hen in 2014 opgezocht in Christchurch.

Ik kan mij nog goed onze schoolreizen herinneren. De eerste keer was een reis naar de bossen van Driebergen/Zeist met de trein. Tussen Utrecht en Arnhem is de trein ergens in een bos gestopt, dus niet bij een station. Daar konden we dan allemaal uitstappen en naar een meertje lopen om te zwemmen. Omkleden in het bos was erg spannend. Het 2e schoolreisje was met de bus naar Madurodam op een snikhete dag. Gelukkig hadden we in de touringcar melkbussen gevuld met limonade en ijsblokken, dat was een traktatie. In de 5e klas gingen we 4 dagen naar Brielle op de fiets. We logeerden in huisjes op camping "Zeemeeuw". De beklimming van de kerktoren van Brielle was het hoogtepunt van de reis, we konden namelijk dan op de toren onze gevouwen papieren vliegtuigjes loslaten. De schoolreis in de 6e klas was 4 dagen naar Muiderberg aan het IJsselmeer. Ik had toen net een nieuwe fiets gekregen voor het slagen van het toelatingsexamen voor het Christelijk Lyceum.  Wat was ik trots tijdens die fietsreis van 55 km, waar een hele dag over gedaan werd.

Dat slagen voor het toelatingsexamen ging niet vanzelf. Meneer Keyzer vond mij niet goed genoeg voor het Lyceum. Je moest daarvoor de bijlessen krijgen in de 6e klas om dat examen te halen. Door veel overredingskracht van mijn vader mocht ik toch meedoen in het “Lyceum groepje”. Ik was de enige jongen uit de klas, naast de “slimme” meisjes Marieke de Boer, Truus de Hoog, Greetje Pool en Janneke Keyzer (de dochter van meester Keyzer)

Op 9 juni 1961 ben ik geslaagd met voor rekenen 9, aardrijkskunde 8, geschiedenis 7 en taal 4. Achteraf was de 4 voor taal goed te verklaren, want ik had op de lagere school nog nooit een boek gelezen. Alleen voorlezen uit de bijbel door opa Cramer na de warme maaltijd en het voorlezen uit de kinderbijbel door mijn moeder voor het slapen gaan was ons dagelijkse lees-ritueel. Het zelf lezen van boeken of het luisteren naar sprookjes was binnen ons gezin geen gewoonte. Wel spelde ik dagelijks de Nieuwe Leidse Courant op zoek naar ongelukken in de omgeving van Alphen a/d Rijn.

Foto’s